Column NL30: Springmeisjes.
Opklikken is groot. Volledige tekst hieronder:
Je moet weten dat ik eigenlijk nauwelijks lach op foto’s. Als ik dat op bovenstaande foto wel doe is dat omdat ik de fotografe probeerde te versieren. Ik begrijp de toegevoegde waarde van lachen op foto’s namelijk niet zo. Dat gekunstelde moment! Die vastgehouden glimlach, zó krampachtig dat je– fuck, daar ging de flits al.
Vrolijke bekken trekken voegt bovendien weinig toe aan de kwaliteit van je foto. Kijk maar eens naar de laatste waar je breed lachend op staat. Je ogen lachen niet. Het heeft daardoor vaak iets onechts. Inmiddels volsta ik met een zal-ik-de-deur-even-voor-je-openhouden glimlach. Als ik in een goeie bui ben. Aan te raden.
Maar glimlachen voor een foto-momentje is tot daar aan toe. Het grootste foto-mysterie vind ik vrouwen die springen op een foto. Tussen de valse glimlachfoto’s van mijn Facebookvriendinnen staan er honderden. Op het strand bij Scheveningen, op die zoutvlakte in Patagonië of bij dat meer in Maarssen. Als je een vrouw bent heb je ze vast wel eens gemaakt. Je zet je schrap nadat je hebt afgeteld, springt, de fotografe drukt af en voilá! Je springfoto!! De juich! De karatekick! De lotus! De Crouching Tiger, Hidden Dragon!
Waarom is dat leuk?
‘Het is het variabele moment,’ zegt een disgenoot tijdens een nieuwjaarsetentje, ‘het technische van hoe je “in het actie moment” zit.’
De vrouwen aan tafel vallen hem enigszins gepikeerd bij. ‘Dat is toch gewoon leuk!?’
Ik maak een rondje. Van de vijf vrouwen hebben er drie springfoto’s – de vierde vrouw, binnenkort werkzaam op een ambassade – biecht vervolgens ook maar op, enigszins schuchter.
Vier uit vijf blijken je reinste springmeisjes.
‘Het is hoe blij en gelukkig je bent als je springt,’ legt een collega’tje de dag erna uit, ‘Dat benadruk je.’
Ze laat me foto’s zien van hoe een vriendin – een jippige dertiger – op een nat strand in de lucht springt. Vierenveertig maal frivool fotografisch geluk. Nee, echt. Deze vrouw is ook duidelijk een hink-stap-sprong verder. Haar foto’s zijn genomen uit kikvorsperspectief, waardoor haar sprongen stukken hoger lijken dan die van andere springmeisjes.
Ik besluit het zelf te proberen. Tijdens het uitgaan druk ik een vriend een fototoestel in zijn handen. Na zeventien stotterende flits-flits-FLITS’en (én een spontaan ingezet “Kriss Kross will make you jump” van de DJ) is het ons nog steeds niet gelukt en geef ik het op: óf ik sta bij de klik! alweer op de grond óf ik moet de lucht nog in.
Maar verdomd als het niet waar is: op iedere foto sta ik te grijnzen.