NL30 Column: Dartelende zwieberhertjes.
Meest recente column voor de NL 30, de gecorrigeerde versie.
Lachen schijnt ziekelijk gezond te zijn. Het ont-stresst, verlaagt je bloeddruk en smoort chagrijnige ziektekiemen de pan in. Bovendien helpt veel lachen je status verhogen in een groep: “kijk hem eens lekker ontspannen zijn,” denken ze dan. En hun status verhogen is wat mijn collega’s hier op de redactie doen. Ten koste van ondergetekende.
Tijdens de lunch kreeg ik de pot mayonaise bijvoorbeeld niet open. En opstaan lukt me alleen door zittend mijn zwaartepunt voorbij mijn knieën te zwiepen en mijn dijbenen snel aan te spannen. Dan schuifel ik naar de theekan als een bejaarde met een ons white widow achter zijn kiezen.
Na mijn eerste afdaling in het bijna-Belgische Landgraaf waarbij ik om de drie meter op de grond kletterde, ging ik bij iedere volgende afdaling als een tierelier. Ik “voelde” het bord en wist wat ik moest doen om te sturen. Dat wat vroeger met skateboarden niet kon – mijn bord buiten de rollende trajecten van mijn wieltjes bewegen – en alles dat me met surfen nauwelijks lukt – blijven staan – is bij snowboarden een eitje. Ik slingerde flierefluitend tussen omgevallen gevalletjes ongeluk en kwam telkens juichend beneden. Natuurlijk viel ik wel eens. Maar meestentijds was ik Messi op een plank.
En het was zo inspirerend. Gezeten op een scheve bil in de stoeltjeslift constateerde ik dat een piste, hoe opgespoten ook, net een savanne was.
Kijk daar: twee dartelende zwieberhertjes, hun stokken en latten alle kanten op! Aah, een bejaard hangbuikzwijn met vrouwtje! En die cheetah, onverstoorbaar voorbijschietend! Och, kijk die paradijsvogel eens rondstappen in haar glimmende pak, met bijpassende bril en hippe muts.
Wanneer iemand hard viel zag ik bovendien alle voorbijglijdende diersoorten bezorgd terugkijken, geschrokken zelfs, alsof men een leeuw rook in het hoge gras.
Het was waanzinnig.
Maar vandaag kreeg ik dus de rekening gepresenteerd. Mijn nekspieren hebben zich gekruld tot een verstevigende gordeldier-nekbrace, mijn kont is rood als een bavianenreet en alles tussen mijn nek en kont is blauw, stijf en/of verkrampt. Tussen mijn lachende hyena-collega’s zit ik de komende dagen afwisselend mijn wonden te likken en ze in te smeren met tijgerbalsem– en dat is nog best een opgave.
Boeit niet.
Drie keer reden wat deze columnist gaat doen tijdens zijn volgende wintersport, lachend en wel?
Float like a butterfly, sting like a bee.