Alles ruikt naar chocola: een hobbel in de weg.
Ken je dat nog, van toen je een kind was, dat je op je vaders of moeders knieën zat en dat ze zo, “hobbelhobbel, hupsekee, gat in de weg” met je deden, waardoor je dan bijna op de grond viel-maar-niet-helemaal?
Zo was het vorige week.
Ergens eind maart schreef ik dit jubel berichtje, inclusief prosecco moneyshot, omdat de eerste versie van Stikken in een sitcom “Alles ruikt naar chocola” af was.
Vlak erna had ik mijn één na laatste afspraak met Anja Sicking die me al maandenlang van fijnzinnig commentaar voorziet.
En mijn sluitstuk, die laatste plotwenteling, die MacGuffin, dat kon ik niet maken. En daarmee kreeg ik precies voor mijn kiezen waar ik bang voor was. Back to the drawing board.
Stel je voor dat je een boog bouwt met vierkante blokken. Dan moet je sluitstuk een wig zijn. En ik ben maanden bezig geweest om die wig te maken, voordat ik ging schrijven. En die wig was te heftig, zei ze. Viel niet op zijn plek.
Ze had gelijk.
Nu ben ik twee weken aan het puzzelen geweest. Uiteindelijk bleek de oplossing te zitten in het maken van uitgebreide biografieën van mijn personages en het schrijven van nóg meer backstory.
Ook ben ik naar deze glasblazerij geweest om meer backstory te bedenken. Geweldig geholpen door de glasblazers en heb zelf ook glas geblazen: een postje keien (alsof je stokbrood in kaasfondue doopt. Kaasfondue van 1100º C) en daarvan een glaswerkje geknipt. Ik vind het een waanzinnig mooi ambacht.
De grootste verdienste van de mensen daar was dat ze me hebben geholpen een mooi ongeluk te bedenken dat ik hard nodig had. Dat sluitstuk.
Een aldaar ontdekt risico is overigens dat ik zag hoe ik mezelf zou kunnen verliezen in research. Steeds maar meer willen weten en misschien dus ook wel gaan opschrijven. Maar ik ben geen Dan Brown. Ik wil ooit als David Mitchell schrijven.
Gisteren heb ik als laatste voorlopige hulplijn, een feedback gesprek gehad met regisseur Mannin de Wildt, die binnenkort een tv serie èn speelfilm van haar hand het licht zal geven.
Zij denkt ook: de wig heb ik nu, met dat ongeluk. Nu moet ik hem nog op de juiste manier, met het juiste tempo, in die reeds gebouwde boog tikken. Ik ben er bijna. Niet rammen, niet te veel smeren, gewoon kalm, geconcentreerd tikken.
Ik ben niet op de grond gevallen. Het is slechts een hobbel. Gewoon wat suiker en citroen toevoegen. Die prosecco wordt bij de volgende versie champagne.
Dan nog dit. Gewoon mooi. Ga in het gras liggen en naar de wolken staren.
Oh, nog een toevoeging: ik kreeg een nieuw titel idee van een medewerker van de glasblazerij:
Gebarsten Tranen.
Vinden we daarvan? Beetje zwaar misschien? Maar thematisch klopt ie he-le-maal.
Die titel vind ik niks. Net iets van Harry Mulisch
Wel Inspirerend om te lezen.
suc6
Sid nou had ik tussen de bedrijven een leuk stukje reactie geschreven
Een druk op de de pijl naar rechts met een streep, Tap op de niet mac.
TAP dus en was was alles.
Pats Boem!!
Klote maar nu dus dit in reactie op je nieuwe Titel.
Gebarsten tranen.
Klinkt erg Literair….
Maakt nieuwsgierig, omdat het niets zegt, maar ook weer heel veel
spreekt, zover ik er over kan oordelen beide sekse aan.
Ik weet het nog niet.
Kom er later bij je op terug.
Doei
ps: Date geboren aan het Lucas Bolwerk naar ik meen in 08, apart meisje,
[Hier ging het de vorige keer fout] misschien zelfs raar. Het is een experiment met blonde haren.
Ga snel verder met studeren, schrijven wordt hem even niet…
Wat een MONGOOL (door) was was stukje reactie
Maar mijn begeleider was blij verrast over mijn scriptie.
De theorie is nu bijna klaar, volgende week, na di en mijn tentamen verder.
Peace
buurman, wat tof dat je da blog hebt gevonden. nog toffer dat de begeleider tevreden was, om over die LB date maar niet te spreken. met een beetje mazzel kom ik ‘r vanavond even keuren 😉
joe!