Soms zou ik willen dat het gewoon af was.
“De espressokop ligt uitgespoeld op de rand van de gootsteen. Mijn moeder leunt tegen het aanrecht, vlak ernaast. Ze vindt een nieuw argument, iets anders dat ik fout heb gedaan. Ze beweegt haar vinger richting haar slaap. Tikt ertegen. Met mijn hand sla ik op tafel– zachtjes natuurlijk. Ze wijst met haar wijs- en ringvinger naar mij. Ergens tussen de opmerking ‘die dag gaat het niet om jou, snotjong’ en de vraag ‘wil Milan niet komen optreden’ sta ik op. Ik heb misschien iets tegen haar geschreeuwd en ben daarna redelijk boos de voordeur uitgestormd.”
Zomaar een stukje uit mijn manuscript. Even een update.
Vandaag en gisteren heb ik gewijd aan het doorschrijven aan de biografiëen van mijn personages. Het bleek nodig om de coherentie tussen verhaallijnen te vergroten, de samenhang tussen hoofdstukken en sommige motivaties. Wat is het doel van dat personage? wat is de ontwikkeling die ze doormaken gedurende het boek?
Nog een hoofdstuk of vijf te gaan voor mijn tweede versie. “Straks, in de hemel, in wiens bed slaapt ze dan?” “Zit mijn haar wel per ongeluk genoeg?” Maar ook dramaturgischer gaten dien gedicht te worden. (de noodzaak van Tom’s band voor de lezer! Die knipperlicht relatie met Lizzy!)
Daarnaast moet ik nog wat dikke en dunne lijnen doseren.
Ik hoopte eind deze maand al klaar genoeg te zijn om het te gaan versturen, maar ik twijfel. Het is mooi werk, zwaar werk. Soms zou ik willen dat het gewoon af was. Klaar. Kaft erom.
Maar dat gebeurt, dat komt. Wedden?
ohja: die biografieën schrijven komt dus neer op 5614 woorden in twee dagen. ik stop een uurtje eerder vandaag 🙂